1. Video en audio toegankelijk voor iedereen

1.1 Ontoegankelijke video en audio

Als je doof bent, dan kun je de spraak niet horen in een video. Video is daarmee volkomen onbruikbaar. Ben je blind, dan krijg je niet de informatie die alleen te zien is. Toch jammer in deze tijd, waarin YouTube nog populairder is dan Google zelf.

Hetzelfde geldt voor podcasts. Zonder tekstalternatief kan iemand met auditieve problemen hier niets mee.

En er zijn veel ontoegankelijke video’s op het web. Dit is soms tijdgebrek, maar wellicht is dit grotendeels het gevolg van gebrek aan kennis bij de mensen die deze video's maken.

Met dit e-book willen we jou in de 1e plaats meer bekend maken met waarom toegankelijkheid van video nu eigenlijk belangrijk is. En ten 2e leggen we je uit hoe je deze video’s wel toegankelijk kunt maken.

1.2 Doof of slechthorend

Ben je doof of slechthorend, dan mis je alle spraak in een video. Maar je mist ook geluiden die relevant zijn, zoals een pistoolschot, donderslag of een huilend kind.

Voor doven of ernstig slechthorenden voeg je alle informatie die je kunt horen toe als ondertiteling aan de video.

Mensen die al doof of ernstig slechthorend waren bij de geboorte of vlak daarna, hebben daarbij ook geen goede taalontwikkeling.

Deze vorm van doofheid wordt ook wel pre-linguaal doof genoemd. Zij hebben een gemiddelde woordenschat van 3.500 woorden. De normale woordenschat bij een volwassene is 42.000. Dat is 10 keer zo veel! Het vereenvoudigen van de taal is daarom extra belangrijk voor hen.

1.3 Blind of slechtziend

Kun je de video niet zien, omdat je blind of slechtziend bent, dan mis je alle informatie die in beeld komt. Dat kan een tekst zijn die in beeld komt of een situatie die alleen te zien is.

Mensen die blind zijn gebruiken een screenreader. Dit is een softwareprogramma die alle tekst opleest of uitvoert als braille. Deze braille krijgen zij via een brailleleesregel, die gekoppeld is aan de computer.

Mensen die blind zijn kunnen ook geen muis gebruiken, zij zien immers niet waar de muis zich op het scherm beweegt. Daarom moet de video volledig bedienbaar zijn met het toetsenbord.

1.4 Beperkte handfunctie

Bij sommige mensen zijn de handen beperkt bruikbaar, bijvoorbeeld bij mensen met een hoge dwarslaesie of mensen met parkinson. Ze kunnen niet of niet makkelijk een toetsenbord of een muis gebruiken.

De video moet daarom toetsenbordtoegankelijk zijn. Ook is het voor hen niet handig is als een video automatisch gaat afspelen.

1.5 Epilepsie

Snelle flikkeringen kunnen een epileptische aanval oproepen bij mensen die daarvoor gevoelig zijn.

Enkele jaren geleden had de politie een wervingsvideo met daarin een politieauto met zwaailicht. Deze lichtflitsen waren zo snel dat de video gevaarlijk was voor mensen met epilepsie. De video werd snel verwijderd.

1.6 Kleurenblind

Iemand met kleurenblindheid neemt kleuren minder goed waar. Voor het zien van kleuren zitten in het oog zogenaamde kegeltjes. Die zijn minder of niet aanwezig bij iemand met kleurenblindheid.

Om die reden is het belangrijk om niet alleen met kleur betekenis over te brengen.

1.7 Geen geluid

Niet iedereen kan of wil het geluid aanzetten. Meer dan de helft van gebruikers van ondertiteling hebben geen problemen met hun gehoor, maar gebruiken om een andere reden de ondertiteling. Bijvoorbeeld omdat ze in de trein zitten, in gezelschap zijn van anderen of het makkelijk vinden om het ook te kunnen lezen.

1.8 Google: de grootste dove en blinde

Het toegankelijk maken van video is niet alleen goed voor mensen, maar ook voor Google. Met ondertiteling kan Google de tekst indexeren en zo begrijpen waar de video over gaat.

Voor een goede presentatie van de video's in de zoekresultaten van Google kun je key moments toevoegen. Zo kan de bezoeker direct gaan naar het deel van de video dat die wil zien.